Is de bestemming het doel van de reis? Of is het reizen op zich al de bedoelde bestemming? Is het elders een uitgesteld thuiskomen, al dan niet met vreselijke heimwee? Of is het echte thuiskomen in eigen huis en haard de inspiratie voor het maken van nieuwe plannen voor tochten vanuit de veilige thuishaven? Is de ambient van Celer de reis of de aankomst, het vertrekpunt of misschien het thuiskomen en -zijn? Kun je in zijn nevelige en dromerige wereld overal een thuis vinden?

Will Long bouwt onder zijn artiestennaam Celer composities, die in en uit droomwerelden lijken te drijven. In zijn minimale stukken met serene modulaire structuren zit echter een diepe emotionele laag verstopt. Denk aan een landschap dat voorbijraast als je uit het raam van een trein kijkt. Dichtbij zie je een waas aan kleuren en lijnen, veraf de strakke horizon. Huizen, weilanden, windmolens. De randen van een stad doemen op, en dan: de drukte van een station. En vervolgens weer de relatieve kalmte van het platteland. Zo wisselen ook gedachten zich ondertussen af; van actuele tot mijmerende herinneringen, die in en uit elkaar geweven worden in een labyrintisch spel. Een spel dat verrassend genoeg veelal geen vertrek of aankomst kent, maar in een tussengebied danst tussen toen en dan.

Urbi et Orbi gedragen door een drone, als het spiegelende oppervlak van een meer dat niet beroerd wordt door wind; Longs ambient is als het Stars of the Lidachtige blanke doek waarop je je fantasie mag botvieren, en je beslommeringen lodderig de beslommeringen mag laten. Waarop ongrijpbaarheid van herinnering, droom en realiteit samensmelt met laag op laag aan uitgerekte landerige tonen, die Marsen Jules en ook Machinefabriek in je oproepen. Een plaat als een moment waarin alles kan en mag, en niks hoeft. Nergens en toch ergens.

Link